De wet verbiedt dat om het even wie vergeldingsmaatregelen treft tegen een melder van integriteitsschendingen of een andere persoon die betrokken is bij een melding. De VSSE of ADIV kan, op basis van een melding, geen maatregelen nemen die de beschermde personen schade berokkenen, zoals een ontslag, een disciplinaire maatregel, een negatieve evaluatie, weigeren van een bevordering, een overplaatsing…
Wie wordt beschermd tegen vergeldingsmaatregelen?
Volgende personen worden beschermd tegen vergeldingsmaatregelen:
- De melder, van zodra zijn melding ontvankelijk wordt verklaard;
- Derden gelinkt aan de melder die ook het slachtoffer van vergeldingsmaatregelen zouden kunnen zijn in een werkcontext. Dat kunnen collega’s, ouders of naasten van de melder zijn;
- Facilitatoren, zoals een vertrouwenspersoon integriteit, vanaf het moment dat hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de melder binnen het toepassingsgebied voor bescherming van deze wet valt;
- De juridische entiteiten eigen aan de melders, waarvoor de melders werken of waarmee de melders anderszins in een werkgerelateerde context verbonden zijn;
- Iedereen die zijn medewerking verleent aan het onderzoek dat het extern meldingskanaal voert, alsook de raadslieden van deze personen.
Bescherming tegen vergeldingsmaatregelen wordt automatisch toegekend: de personen die er recht op hebben moeten geen stappen ondernemen om de bescherming te krijgen.
Wat houdt de bescherming tegen vergeldingsmaatregelen in?
Er mogen geen vergeldingsmaatregelen worden genomen tegen beschermde personen, noch mag er worden gedreigd met vergeldingsmaatregelen of pogen vergeldingsmaatregelen te nemen.
Het kan gaan over:
- Schorsing, tijdelijke buitendienststelling, ontslag of gelijkwaardige maatregelen;
- Degradatie of weigering van bevordering;
- Overdracht van taken, verandering van plaats van tewerkstelling, loonsverlaging, verandering van de werktijden;
- Het onthouden van opleiding;
- Een negatieve prestatiebeoordeling of arbeidsreferentie;
- Het opleggen of toepassen van een disciplinaire maatregel, berisping of andere sanctie, met inbegrip van een financiële sanctie;
- Dwang, intimidatie, pesterijen of uitsluiting;
- Discriminatie, nadelige of ongelijke behandeling;
- Niet-omzetting van een tijdelijke arbeidsovereenkomst in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, in het geval de werknemer de gerechtvaardigde verwachting had dat hem een dienstverband voor onbepaalde tijd zou worden aangeboden;
- Niet-verlenging of vervroegde beëindiging van een tijdelijke arbeidsovereenkomst;
- Schade, met inbegrip van reputatieschade, met name op sociale media, of financieel nadeel, met inbegrip van omzetderving en inkomstenderving;
- Opname op een zwarte lijst op basis van een informele of formele overeenkomst voor een hele sector of bedrijfstak, waardoor de melder in de toekomst mogelijk geen baan meer kan vinden in de sector of de bedrijfstak;
- Vroegtijdige beëindiging of opzegging van een contract voor de levering van goederen of diensten;
- Intrekking van een licentie of vergunning;
- Psychiatrische of medische verwijzingen.
Denkt u dat u het slachtoffer bent van vergeldingsmaatregelen, neem contact op met de cel integriteit van het Comité.
Wanneer heb ik recht op bescherming als melder?
Als melder bent u beschermd als:
- U gegronde redenen hebt om aan te nemen dat de gemelde informatie over integriteitschendingen op het moment van de melding juist was en dat die informatie binnen het toepassingsgebied van deze wet viel
- U een interne of externe melding hebt ingediend, die als ontvankelijk is verklaard, of openbaar is gemaakt onder de voorwaarden die de wet stelt.
U verliest de bescherming niet om de enige reden dat uw te goeder trouw gedane melding onjuist bleek te zijn.
Vanaf wanneer ben ik beschermd?
- Voor de melder, derden betrokken bij de melding, facilitatoren en juridische entiteiten begint de bescherming vanaf de dag van de melding als deze ontvankelijk is.
- Voor de personen die meewerken aan het onderzoek en hun raadgevers begint de bescherming vanaf hun medewerking aan het onderzoek.
De melder en de beschermde personen worden schriftelijk op de hoogte gesteld van hun bescherming en, indien dit het geval zou zijn, van het stopzetten ervan.
Het recht op bescherming geldt voor onbepaalde duur.
Wat gebeurt er met mijn klacht wegens vergeldingsmaatregelen?
Wanneer we uw klacht over vergeldingmaatregelen ontvangen, controleren we of er een redelijk vermoeden bestaat dat er sprake is van vergeldingsmaatregelen. Om dit redelijke vermoeden te beoordelen, kunnen we u contacteren om meer details en documenten te vragen (per e-mail, telefoon of tijdens een persoonlijke ontmoeting).
Vervolgens vragen we schriftelijk aan de hoogste leidinggevende van de betrokken federale overheidsinstantie om aan te tonen dat er geen verband is tussen de negatieve maatregel en de melding of de medewerking aan het onderzoek.
Het betrokkene diensthoofd heeft vier weken de tijd om aan te tonen dat er geen verband is tussen de negatieve maatregel en de melding of de medewerking aan het onderzoek.
Is dit bewijs niet geleverd, dan vragen wij om binnen 20 dagen de maatregel ongedaan te maken of de geleden schade te vergoeden. De hoogste leidinggevende heeft 20 dagen de tijd om op dit voorstel te reageren. Als de nadelige maatregel directe en onherstelbare schade toebrengt kunnen wij ook de hoogste leidinggevende verzoeken om met onmiddellijke ingang de nadelige maatregel op te schorten.
Volgt er een weigering, dan richten wij een aanbeveling aan de betrokken dienst en brengen wij de bevoegde minister op de hoogte.
Werkt u binnen de dienst, dan kunt u, op uw vraag en onder bepaalde voorwaarden, tijdelijk worden toegewezen aan een andere afdeling binnen uw instelling.
De behandeling van een klacht over vergeldingmaatregelen wordt opgeschort wanneer de feiten het voorwerp uitmaken van een gerechtelijk beroep of van een georganiseerd administratief beroep.